Rasinformatie

- Moedig
- Levendig
- Goede waakhond
- Dol op kinderen
- Trouw
De Boxer is een bijzonder prettige hond, die er langer over doet volwassen te worden dan de meeste andere rassen. Hij houdt van kinderen en is een trouwe beschermer van het gezin. Het is echter ook een uitbundige, behoorlijk sterke hond.
Oorsprong en geschiedenis
De geschiedenis van de Boxer gaat terug naar de mastiffachtige honden die door Cimbrianen, een Germaans volk, mee de oorlog in werden genomen. het ras verscheen voor dhet eerst in 1895 op een tentoonstelling in München en de Amerikaanse Kennel Club registreerde al in 1904 een Boxer. Het duurde echter tot na de Eerste Wereldoorlog voordat de Boxer in Engeland verscheen. Binnen een paar jaar bereikte het ras een enorme populariteit over de hele wereld.
- Raspunten
Algemene verschijning:
De Boxer is een middelgrote, stevige gladharige hond, kort en vierkant gebouwd en met sterke benen. Zijn spierstelsel is droog, krachtig ontwikkeld en zichtbaar onder de huid. Zijn gang moet krachtig maar soepel zijn, een vrije, ruime galop, en zijn houdig trots en edel.
Kleur:
De toegestane kleuren zijn geel en gestroomd, het geel in diverse tinten, van lichtgeel tot donker herterood. De gestroomde variëteit moet zwarte strepen op een goudgele of roodbruine achtergrond vertonen. De strepen moeten zich duidelijk aftrekenen.
Hoofd en schedel
Het hoofd van de Boxer geeft het ras een karakteristiek, uniek stempel. Het moet perfect harmoniëren met het lichaam van de hond, waarbij het vooral niet te licht moet zijn. De snuit is het meest opvallende kenmerk. Zeer veel waarde wordt gehecht aan de een snuit die juist van vorm is en zich goed verhoudt tot de schedel.